De huid

De huid kent verschillende lagen, waaronder de opperhuid, de lederhuid en het onderhuidse bindweefsel. 

Als we kijken waar cellulite precies ontstaat, zie je in de onderstaande afbeelding, dat de vergrote vetcellen zich eigenlijk onder het bindweefsel bevinden, maak je het bindweefsel los, krijgen de vetcellen de ruimte zodat ze afgevoerd kunnen worden. 

 

DE OPPERHUID

Dit is de buitenste laag van de huid en beschermt het lichaam tegen uitdroging, beschadiging en schadelijke stoffen. De opperhuid bestaat voornamelijk uit hoorncellen (keratinocyten). Deze cellen worden onderin de huid aangemaakt en schuiven langzaam naar boven en schilferen uiteindelijk af. De opperhuid wordt continu vernieuwd en het duurt gemiddeld vier weken voordat de hele opperhuid is vernieuwd. Helemaal onderin de opperhuid liggen pigment vormende cellen (melanocyten). Hierdoor is de huid beschermd tegen UV-straling en geeft ook kleur aan de huid.

 

DE LEDERHUID

Deze huidlaag is dikker en ligt onder de opperhuid. Het is de middelste laag en bestaat uit bindweefsel. In de lederhuid bevinden zich zweetklieren, haarwortels, talgklieren, bloed- en lymfevaten, zintuigcellen en zenuwuiteinden. De belangrijkste functie van de lederhuid is het creëren van een netvormig weefselstructuur dat sterk en stevig genoeg is om alle in deze huidlaag aanwezige onderdelen optimaal te ondersteunen. De lederhuid bepaalt hoe soepel de huid is. Dankzij de elastische en collagene vezels in de lederhuid is de huid stevig en plooibaar. Het primaire verouderingsproces vindt plaats in deze laag.

 

ONDERHUIDS BINDWEEFSEL

Deze laag bestaat vooral uit bindweefsel, vetcellen, zenuwvezels en bloedvaten. De vetcellen zorgen voor warmte-isolatie en slaan vet en energie op. Het onderhuidse bindweefsel zit verspreid over het lichaam en de dikte verschilt van plaats tot plaats. Bijvoorbeeld op de buik, billen en rug is het onderhuids bindweefsellaag aanzienlijk dikker. Mede door deze huidlaag wordt ons lichaamsvorm bepaald.